LESPAKKETTEN

LESBRIEF MORGEN KAN HET ANDERS ZIJN (16+)

Nederland: voor eindexamenklassen en bovenbouw HAVO en VWO
België: voor de derdegraads in het voortgezet onderwijs

Jordi zit in het laatste jaar van de middelbare school, zonder zijn beste vrienden Brent en
Ilse. Hij besluit iets bijzonders te maken van dit jaar. Hij wil zich openstellen voor alles en
voor iedereen die in zijn leven opduikt. Zo raakt hij geïnspireerd door zijn klasgenote
Marieke, die steeds uitgesprokener voor democratische rechten vecht. De verliefde
Björn, in politiek opzicht zijn tegenpool, brengt hem op zijn beurt onverwacht in
verwarring. Intussen trekt de Praagse kunststudente Irina hem haar spannende
wereld in. Gelukkig vindt hij houvast in de gesprekken met zijn grootvader.

Onzeker in het leven en de liefde begint Jordi te schrijven over alles wat hem bezighoudt: hoe kunst, politiek en liefde samenhangen en hoe onvoorziene wendingen toekomst bieden. Een oud boek vol pleidooien voor vrijheid en verdraagzaamheid geeft hem daarbij inspiratie. Stap voor stap krijgt Jordi zicht op zichzelf en op een wereld vol maatschappelijke spanningen.

LEERDOELEN

  • Inzicht in betekenis van democratie en democratische waarden
  • Reflectie op de plaats van politiek in de samenleving
  • Zelfinzicht betreffende politieke bewustwording
  • Reflectie op de betekenis van kunst in de samenleving, van engagement,
    van conservatisme en progressiviteit
  • Inzicht in schrijfstijlen en genres
  • Zich leren uitdrukken in verschillende schrijfstijlen
  • Leeservaring plaatsen in een maatschappelijke en persoonlijke context
  • INLEIDING
    Morgen kan het anders zijn is een boek met veel lagen en verschillende thema’s, zoals politiek, democratie,
    liefde, vriendschap, kunst, reizen en familie. In het boek zijn ze op allerlei manieren met elkaar
    verbonden. De politieke kant van het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de liefde, en de
    aandacht voor democratische waarden krijgt kleur in de zoektocht naar vrijheid en vervullende leefstijlen.
    Aan de slag
    Scholen kunnen op allerlei manieren met het boek aan de slag. In deze lesbrief staan een aantal mogelijke
    werkvormen en opdrachten, waaruit iedereen het zijne kan halen. Het eerste deel van het lessenpakket
    is gebaseerd op algemene thema’s uit het boek, die aanleiding geven tot gesprekken, debatten
    en schrijfopdrachten. In het tweede deel werken we met concrete fragmenten uit het boek. De twee delen
    kunnen elkaar deels overlappen. Ieder kan het materiaal naar eigen inzicht gebruiken en combineren.
    Een leidraad voor elke bijeenkomst of les
    Begin de sessie met het (voor)lezen van fragmenten uit het boek. Bespreek dan een detail dat in de
    fragmenten terugkomt. Vertel over de achtergrond van het onderwerp, het belang ervan, hoe het wordt
    geïntroduceerd en hoe het zich ontwikkelt in het boek. Laat de leerlingen interageren met het boek en
    het thema door middel van gespreksrondes, debatten en/of schrijfopdrachten.

  • Kies je voor één of meer lesuren, één of meer invalshoeken, of voor een korter of langer schrijversbezoek?
    Alles kan. Je kunt ook vakoverschrijdend werken: bij Nederlands, burgerschapskunde/actief
    burgerschap of maatschappijleer.
  • DEEL 1
  • Algemene stellingen, discussies en schrijfopdrachten aan de hand van Morgen kan het anders zijn
  • Algemene stellingen over Morgen kan het anders zijn
  • Het is belangrijk dat politieke onderwerpen aan bod komen in romans.
  • Democratie is een heel geschikt onderwerp voor een roman.
  • Een goede roman is geschikt voor elke leeftijd.
  • Een fictieverhaal met heel uitgesproken ideeën is een slecht boek
  • De beste boeken zijn tijdloos
  • Discussies die Morgen kan het anders zijn kan oproepen
  • Denk je dat jij verliefd kunt worden op iemand die totaal anders in de wereld staat dan jij?
  • Vind jij jezelf een politiek betrokken mens? Leg uit wat er achter je antwoord zit, wat je wel en
    niet belangrijk vindt in het leven.
  • Je weet nooit welke keuzes er in een samenleving boven komen drijven. Bedenk wat jou bang
    zou maken en waartegen je je stem zou laten horen.
  • Welke waarden vind jij heel belangrijk voor een goed bestaan en zou je altijd verdedigen?
  • Wat heb jij de wereld te bieden? Welke bijdrage wil je leveren?
  • In het boek speelt de tegenstelling ‘eigen initiatief nemen’ en ‘accepteren wat je overkomt’.
    Hoe kijk jij daartegenaan? Hoe ga je daarmee om? Kun je een voorbeeld noemen?
  • In het boek gaan Jordi en Ilse heel vrij met elkaar om. Ze geloven ook niet in monogamie. Hoe
    denk jij daarover? Welke vrijheid zoek jij in liefdesrelaties? Waar liggen voor jou grenzen in
    liefdesrelaties? Of zijn die er niet?
  • In het boek speelt kunst ook een grote rol. Vind jij kunst belangrijk in het leven? Denk je dat
    mensen zonder kunst kunnen? Of is het volgens jou een voorwaarde voor een goed leven?
  • In het boek krijgt taal zelf speciale aandacht. De kracht van woorden en de schoonheid van
    woordgebruik. Welke woorden hebben voor jou een grote of bijzondere kracht? Wat betekenen
    ze voor je? Zou je een regel of zin kunnen noemen of maken waar veel schoonheid in zit?
    Waar zit die in?
  • Misschien is liefde wel het belangrijkste onderwerp in het boek. In feite is alles met de liefde
    verbonden, ook democratie en politiek. Liefde voor onze wereld, voor kunst, en voor elkaar. In
    dit boek zoeken de hoofdpersonen naar vrijheid en liefde, naar vrijheid in de liefde. Dat doen
    ze in een politiek woelige samenleving, waarin de democratie onder druk staat. Zie jij een verband
    tussen het soort samenleving en de beleving van liefde en vrijheid? Of staan ze los van
    elkaar? Kun je kort beschrijven hoe je dat verband of de afwezigheid ervan ziet? Aan welke
    voorwaarden moet een samenleving voldoen om mensen voluit van liefde en vrijheid te kunnen
    laten genieten?
  • Schrijfopdrachten naar aanleiding van Morgen kan het anders zijn
  • In het boek staat een ingezonden brief aan een krant (p. 229-234). Kies zelf een onderwerp en
    schrijf een kort ingezonden stuk van ongeveer 300 woorden. Wees helder over je bedoelingen
    en probeer mensen ervan te overtuigen dat je iets aankaart wat gehoord moet worden.
  • Jordi schrijft pleidooien, als verhaaltjes die telkens anders klinken. In feite doet hij dat om zijn
    denken te scherpen, als deel van intens en bewust leven. Bedenk een onderwerp waarvoor jij
    een pleidooi zou kunnen en willen schrijven.
    -Opdracht 1. Schrijf een korte motivatie voor je keuze voor je onderwerp, van ongeveer
    200 woorden. Wat maakt het belangrijk of de moeite waard voor jou?
    -Opdracht 2. Schrijf een pleidooi in een zelfgekozen stijl. Wil je een korte beschouwing
    schrijven, een sprookjesachtig verhaal of een parabel, of een kort en realistisch verhaal?
    Het aantal woorden is afhankelijk van de gekozen stijl.
    -Opdracht 3. De hele klas krijgt de opdracht een pleidooi voor een bepaald begrip te
    schrijven. In deze opdracht kiezen ze niet zelf, maar wordt er voor hen gekozen. Het
    aantal woorden is te bepalen.
  • Kies een citaat of uitspraak van Marieke uit de toegift van het boek (p. i-viii achteraan), waar je
    graag een reactie op zou willen schrijven. Bijval, een tegengeluid of een ervaring … Alles kan
    en mag. Schrijf ongeveer 200 woorden.
  • In het boek staat een korte schets van een politiek programma (p. 237-240). Maak zelf een
    korte samenvatting van een politiek programma, bestaande uit vijf heldere hoofdpunten. Hoe
    zouden die luiden?
  • In het boek houdt Marieke een speech over democratie, over democratische rechten en waarden
    (p. 242-251).
    -Schrijf zelf een fragment uit een langere speech over democratie, van ongeveer 200
    woorden. Het drukt de kern uit van wat democratie voor jou betekent.
    -Schrijf zelf een korte speech over een zelfgekozen onderwerp, van ongeveer 500
    woorden. Stel je bij het schrijven voor dat je voor een publiek staat. Gebruik elementen
    als herhaling en alliteratie. Let ook op de opbouw van je toespraak.
  • DEEL 2
    Gesprekken en debatten aan de hand van fragmenten uit Morgen kan het anders zijn

  • Fragment 1: Het idealisme van Brent, de beste vriend van hoofdpersoon Jordi. (p. 16-18)
    Gespreksronde: Wie voelt zich een idealist? Wat zijn de grote idealen van deze tijd?
    *
  • Fragment 2: De verwachtingen die Jordi’s omgeving van hem heeft. (p. 23-24)
    Gespreksronde: Heb je te maken met verwachtingen van je ouders of van anderen? Hoe pakken die uit? Heb je er last van? Is het te veel? Vind je dat er in het algemeen te veel van je verwacht wordt? Of vind je dat juist stimulerend?
    *
  • Fragment 3: De eerlijkheid van de Londense muzikant Nick, zijn bekentenis van het plegen van plagiaat; Nick als klokkenluider. (p. 52-60)
    Gespreksronde: Heb je weleens meegemaakt dat je last kreeg van je eerlijkheid? Dat je achteraf dacht: de volgende keer denk ik wel twee keer na? Wat vind je van de stap van Nick, die betrokken was bij het pikken van Jordi’s lied en daarna tegen iedereen in met een bekentenis kwam? Dapper of dom?
    *
  • Fragment 4: Jordi en Brent hebben vanaf de eerste klas een bijzondere band. Jordi en Ilse hebben een liefdesrelatie achter de rug. Daarnaast hebben Jordi en Brent ook diepere gevoelens voor elkaar gehad. Jordi heeft zeker verlangens ten opzichte van jongens. (p. 93-103 en 125-129)
    Stelling: Verwarring over seksuele gevoelens maakt iedereen mee.
    Stelling: Als je als jongen wat wil met een andere jongen, begin je niks met meisjes.
    Stelling: We zitten met z’n allen vast in te strakke liefdespatronen.
    Gespreksronde: Hoe oprecht is de liefdesrelatie tussen Jordi en Ilse? Klopt die wel?
    *
  • Fragment 5: Stemrecht vanaf 16 jaar, een goed idee? (p. 137-139)
    Stelling: Democratie is het belangrijkste fundament voor onze samenleving.
    Stelling: Ieder persoon heeft een eigen politieke verantwoordelijkheid.
    Stelling: Stemrecht voor iedereen bij alle verkiezingen moet vanaf 16 jaar zijn.
    *
  • Fragment 6: Het koesteren van onze cultuur. (p. 161-166)
    Gespreksronde: We boffen met de cultuur waarin we leven.
    Gespreksronde: Ieder persoon verdient seksuele, sociale en culturele vrijheid, ook in bijvoorbeeld China en Rusland.
    Stelling: Hoe eerder landen als China en Rusland een samenleving als de onze hebben, hoe beter.
    Stelling: De westerse samenleving is te arrogant tegenover andere landen.
    *
  • Fragment 7: Pleidooi voor de onopvallendheid. (p. 209-218)
    Gespreksronde: ‘Ik wil liever niet opvallen’ tegenover ‘ik wil juist graag opvallen’.
    Stelling: Wie opvalt, bereikt meer in het leven.
    *
  • Fragment 8: De open brief van Marieke aan een krant. (p. 229-234)
    Gespreksronde: Zie jij onze samenleving als een wereld vol verworvenheden? Zo ja, welke zijn dat voor jou? Zo nee, kun je dat toelichten?
    *
  • Fragment 9: Engagement wordt je soms aangerekend. (p. 234-236)
    Gespreksronde: Ben jij zelf geëngageerd? Op welke punten? Uit je dat weleens? Hoe wordt erop gereageerd? Zijn er reacties die je herkent? Vergelijk je jouw situatie weleens met anderen? Met wie? En denk je dan: het kan veel beter, of juist slechter? Wie is nooit geëngageerd? Maak jij je weleens ergens druk om? Waarover?
    *
  • Fragment 10: Pleidooi voor de democratie. (p. 242-251)
    Gespreksronde: In het fragment wordt geen naam genoemd. Hoe vind je dat? In het boek wordt ook een oorlogszuchtige leider in Oost-Europa genoemd. Vind je dat zijn naam genoemd moet worden, of niet? Heb je een idee wat de reden is? Wat vind je daarvan?
    Gespreksronde: Maak jij je weleens zorgen om de democratie? Wat zijn de aanleidingen? Of denk je dat het niet nodig is? Nooit? Of wanneer misschien wel?
    *
  • Fragment 11: Jordi komt op pleidooien voor ruimdenkendheid en wellevendheid. (p. 292-294)
    Gespreksronde: Waar zie jij de verschillen tussen ruimdenkendheid en wellevendheid? Waarin overlappen ze elkaar? Welke van de twee spreekt je het meeste aan?
    *
  • Fragment 12: Kan iemand die totaal anders denkt dan jij een vriend van je zijn? (p. 298-304 en 400-412)
    Gespreksronde: Heb jij een vriend (of vrienden) die totaal anders zijn of denken dan jij? Wat zijn de verschillen? Hoe gaan jullie met elkaar om?
    Stelling: Je kunt alleen een relatie hebben met iemand die politiek hetzelfde denkt als jij.
    *
  • Fragment 13: Conservatisme en progressiviteit. (p. 528-540)
    Gespreksronde: Denk jij weleens over deze termen na? Wat betekenen ze voor jou? Waar plaats je jezelf? Wat wil je zijn? Of heb je geen idee?
    Stelling: Conservatisme en progressiviteit zijn alleen maar lastige hokjes.
    *
  • Fragment 14: Originaliteit. (p. 585-586)
    Gespreksronde: Vind je het belangrijk om origineel te zijn? Of neem je ook graag iets van anderen aan of over? Kun je een gedachte of idee noemen die je van anderen hebt overgenomen? En was dat dan vol overtuiging?
    Stelling: Hoe origineler je bent, hoe beter.
    Stelling: Waarheden delen met elkaar helpt de wereld vooruit.
    Stelling: Ideeën met elkaar delen is belangrijker dan originaliteit.
    *
  • Fragment 15: Francis Fukuyama, die Het einde van de geschiedenis en de laatste mens schreef. (p. vii achteraan)
    Stelling: De wereld is nooit af, we zullen blijven zoeken naar verbetering.
    Stelling: Ook als de mens het perfecte systeem gevonden heeft, zal hij strijd zoeken.
    Stelling: Strijd om iets nieuws of iets anders zit in de mens.
  • Het fragment over Francis Fukuyama staat achter het eigenlijke verhaal, tussen ‘fragmenten uit toespraken en uitspraken van personage Marieke’. Tegelijk horen die wel bij het boek.
    Gespreksronde: Vinden jullie de toegift aan het boek een toegevoegde waarde of niet? Vinden jullie dat ze bij het boek horen? Vind je het prettig om nog op zulke stukjes met ideeën en gedachten te kauwen?
    Gespreksronde: Wie zegt: voor mij hoeven die citaten niet? Wie zegt: ik vind ze een waardevolle toevoeging?
    Wie zegt: voor mij hoeven ze niet, maar voor anderen misschien wel – ze zitten niemand in de weg?
  • *********************************************************************************************************************

Lespakketten rond ‘Het jaar van de veranderingen’ en ‘het jaar van de onthullingen”.

In samenwerking met mijn uitgeverij Clavis heb ik lespakketten ontwikkeld rond mijn boeken ‘Het jaar van de veranderingen’ en ‘Het jaar van de onthullingen’. Ze kunnen in het derde en vierde leerjaar van het voortgezet onderwijs behandeld worden.

De pakketten zijn flexibel te gebruiken, het niveau en de opzet zijn altijd aan te passen aan specifieke omstandigheden.

In de twee boeken, een tweeluik, is het hoofdpersonage Astrid, een meisje dat te maken krijgt met een stiefvader die elke bodem van veiligheid en geborgenheid onder haar voeten wegslaat. Sinds haar zesde heeft ze haar biologische vader niet meer gezien. In het tweede boek gaat ze op zoek naar hem.

bildungsromans of ontwikkelingsromans

De boeken worden beschouwd als bildungsromans of ontwikkelingsromans. In de pakketten wordt daaraan aandacht besteed (wat zijn dat? welke andere soorten romans ken jij?), de veranderingen die Astrid ondergaat, worden besproken en benoemd.
Het realisme in het boek is ook een onderwerp, en de verbondenheid met maatschappelijke ontwikkelingen.

Dit tweeluik gaat over de plek van familie, de veranderingen in gezinnen, allerlei ontwikkelingen die te maken hebben met  nieuw samengestelde gezinnen of families.  Het gaat over het recht op geluk, en: wie houdt rekening met wie? Sommige situaties worden iemand opgedrongen -moeten kinderen zich altijd neerleggen bij de beslissingen van hun ouders en er het beste van maken, kan dat in redelijkheid altijd van ze gevraagd worden? Of moeten ouders rekening houden met de gevoelens en het (ontbreken van) welbevinden van hun kinderen?

Het jaar van de veranderingen, jeugdroman over grote veranderingen in een familie

Aan de hand van de boeken worden begrippen als identiteit, onafhankelijkheid, egoïsme en (on)geluk besproken. Dat gebeurt mede aan de hand van stellingen, zoals: Astrid is een voorbeeld, of Jongens gaan anders om met familieproblemen dan meisjes.

De afgelopen tijd heb ik op verschillende manieren zelf deelgenomen aan de behandeling van de pakketten op scholen.
Soms kom ik alleen aan het slot, als afsluiting van het lezen van het boek (de boeken) en een paar lessen erover, soms ook kom ik niet alleen aan het slot maar ook aan het begin, nog voor het lezen, en praat over schrijversschap, uitgevers, redacteuren en mijn thema’s, bespreek ook de buitenkant van de boeken, de omslagtekst, kortom alles wat direct en snel op te nemen is. En een enkele keer kom ik zelf niet, maar weet ik wel dat de behandeling van het pakket en de begeleiding van het lezen op niveau zijn uitgevoerd.

*

Homoseksualiteit als verplicht onderwerp op scholen.

Sinds vorig jaar is homoseksualiteit een verplicht onderwerp op scholen.
In een aantal van mijn boeken is homoseksualiteit een van de hoofdonderwerpen, in andere boeken komt het meer terloops aan de orde. Altijd is homoseksualiteit in mijn boeken iets dat vanzelfsprekend bij het leven hoort en dat iedereen op elk moment kan tegenkomen.
Mensen zijn verschillend, en reageren ook verschillend op wat ze zien en meemaken. Uiteenlopende achtergronden kunnen mensen scherp tegenover elkaar zetten maar soms ook verrassend bij elkaar brengen. Als dat laatste gebeurt, blijkt er een onderstroom te zijn die sterker is dan wat ze allemaal als bagage meedragen en die hen naar dezelfde weg leidt.
Homoseksualiteit brengt mij op onderwerpen als de verschillen tussen mensen, ook op de dwang en conformiteit waar velen op stuiten, op mannelijkheid en vrouwelijkheid, op verwachtingen en verlangens, op de vragen maar ook de kansen en mogelijkheden in een wereld waarin we samen vooruit moeten binnen politieke en sociale systemen.

Tweesprong, jeugdroman over de verwarring in de liefde en eerlijkheid

jeugdroman geen probleemboek

Als homoseksualiteit in een (jeugd)roman voorkomt, wordt zo’n boek vaak als ‘probleemboek’ bestempeld. Ook gebeurt nu wel eens het tegenovergestelde: het is helemaal geen probleemboek. Bij het uitkomen van mijn boek ‘Tweesprong’ in 2002 overkwam mij  zelf dat laatste en dat stemde me tevreden. Want natuurlijk wilde ik homoseksualiteit niet in de probleemhoek drukken.
Maar uiteindelijk zijn het etiketten die volledig buiten mij staan. Anderen verzinnen ze en je kunt er vervolgens mee geconfronteerd worden.
Ik kan niet zeggen dat mijn boeken vrij zijn van conflicten en ingrijpende of dramatische gebeurtenissen. Daaruit voortkomende problemen vallen niet  uit te sluiten. Wat ik zelf wil is me verdiepen in mensen, in de verhoudingen tussen mensen, in gedragingen en eigenschappen, in maatschappelijke verschijnselen en ontwikkelingen. Romans en niet in de laatste plaats jeugdromans zijn daar heel geschikt voor.

Bij de behandeling van homoseksualiteit op scholen kunnen mijn boeken hun eigen rol spelen. Juist verbeelding, in deze gevallen in realisme geworteld, kan inzichten verbreden, onderwerpen ontwapenen, gesprekken losmaken.

‘Tweesprong’, ‘Dwaalsporen’ en ‘De vijfde jongen’ zijn drie boeken waarin homoseksualiteit een hoofdrol speelt, altijd in het perspectief van andere hoofdonderwerpen.
In ‘Tweesprong’  zijn dat onvoorwaardelijke liefde, schuldgevoel en eerlijkheid.
In ‘Dwaalsporen’ draait het om reacties van ‘de anderen’ op degene die iets wezenlijks van henzelf omverkegelt, in dit geval de jongen die weet dat hij een meisje is.
En in ‘De vijfde jongen’ spelen verschillende culturele achtergronden een hoofdrol.

De boeken kunnen de behandeling van homoseksualiteit speels maken, verlevendigen en verdiepen. Ook rond deze boeken bestaan al kleine lespakketten die zonodig uitgebreid kunnen worden.
Met mijn uitgeverij Clavis ben ik in overleg hoe we op de ontwikkeling in het onderwijs rond deze onderwerpen kunnen ingaan en hoe we deze verhalen op een betaalbare manier beschikbaar kunnen stellen, op de aanvrage van scholen.
Vormen als ‘book on demand’ is een moderne mogelijkheid om boeken die hun rol kunnen spelen binnen vakken in het middelbaar onderwijs, aan scholen te kunnen aanbieden.

Deze boeken kunnen zeker ook hun plek vinden binnen vakoverschreidende projecten waar Nederlands, maatschappijleer,  kunstvakken en bijvoorbeeld ook geschiedenis aan meedoen.

Voor meer informatie: zie onder contact.